Jávea, of zoals de locals het noemen, Xàbia, is zo’n plek waar je meteen verliefd op wordt. Witte huisjes, azuurblauwe zee en een relaxte sfeer – maar wist je dat dit charmante kustplaatsje een geschiedenis heeft die duizenden jaren teruggaat? Van Romeinen tot piraten, en van vissersdorp tot luxe vakantiebestemming: Jávea heeft het allemaal meegemaakt!
Lang voordat strandgangers hier hun handdoek neerlegden, woonden er al mensen in de grotten van Jávea. In de Cova del Barranc de Migdia zijn zelfs prehistorische rotstekeningen gevonden! Later kwamen de Romeinen, die Jávea uitkozen als een handige handelspost. Zij legden wegen aan en brachten hun bouwkunsten mee, waardoor het dorp steeds belangrijker werd.
Vanaf de 8e eeuw namen de Moren de boel over. Ze brachten nieuwe landbouwtechnieken mee en zorgden ervoor dat citrusvruchten en amandelbomen het landschap gingen domineren – en laten we eerlijk zijn, wat is Spanje zonder sinaasappels? Maar in de 13e eeuw werd het gebied heroverd door de christelijke koningen, en zo begon er weer een nieuw hoofdstuk voor Jávea.
In de 16e en 17e eeuw was het hier allesbehalve rustig. Noord-Afrikaanse piraten kwamen regelmatig langs om de boel te plunderen. Daarom werden er stadsmuren en wachttorens gebouwd, waarvan je sommige nog steeds kunt bewonderen. Gelukkig is het nu een stuk veiliger om door de oude straatjes te wandelen!
Tot ver in de 20e eeuw was Jávea een rustig vissersdorp. Maar toen toeristen in de jaren ’60 en ’70 deze verborgen parel ontdekten, veranderde alles. Steeds meer mensen kwamen genieten van de mooie stranden, het heerlijke klimaat en de relaxte sfeer. En geef ze eens ongelijk!
Tegenwoordig is Jávea een perfecte mix van geschiedenis, natuur en Spaanse gezelligheid. Of je nu door het historische centrum slentert, tapas eet met uitzicht op zee, of een duik neemt in het heldere water – deze plek heeft alles voor een heerlijke vakantie. Eén ding is zeker: Jávea’s charme is tijdloos en onvergetelijk!